Foetale chirurgie is zo’n 25 jaar geleden voor het eerst in de Verenigde Staten toegepast. Andere pioniers hebben daar meegekeken en de technieken zijn zo verspreid naar andere landen. “Wereldwijd zijn er nu ongeveer ongeveer honderd centra, met ongeveer tweehonderd foetaal chirurgen. Het LUMC heeft er vier”, vertelt Suzanne Peeters, gynaecoloog in opleiding.
In het LUMC worden tweelingfoetussen met het tweelingtransfusiesyndroom (TTS) behandeld. De ene helft van de tweeling ontvangt hierbij te veel bloed, de ander te weinig. Behandeling bestaat uit het dichtlaseren van bloedvatverbindingen tussen de twee foetussen. Wereldwijd is het LUMC het expertisecentrum op het gebied van behandeling van TTS.
Wanneer TTS niet wordt behandeld overlijden beide kinderen meestal tijdens de zwangerschap. Momenteel overleven beide kinderen in 64 procent van de operaties die worden gedaan. Peeters ontdekte dat een foetaal chirurg tussen de 26 en 35 operaties moet doen om het niveau te behalen van een expert, maar er was nog geen standaardopleiding tot foetaal chirurg. Daarom ontwikkelde Peeters een trainingcurriculum, met onder meer een 'oefenbuik' (siliconen simulator), waarop chirurgen in opleiding levensecht de laserbehandeling voor TTS kunnen oefenen. Ook vroeg ze ruim honderd foetaal chirurgen om input te leveren voor het curriculum. Hiermee kwam ze niet alleen tot een stappenplan voor de opleiding maar ontwikkelde ze ook een evaluatie-instrument om de prestaties van foetale chirurgen te beoordelen.
Om een operatie goed uit te blijven uitoefenen zijn zogenaamde volumenormen belangrijk; een chirurg moet een operatie jaarlijks een minimaal aantal keer verrichten om de kwaliteit te kunnen waarborgen. In Nederland zijn jaarlijks 50 tot 70 patiĆ«nten met TTS die allemaal in het LUMC worden behandeld. “TTS kan zich opeens heel snel ontwikkelen. Daarom is er niet alleen dag en nacht een foetaal chirurg bereikbaar die direct kan opereren, maar ook een heel gespecialiseerd team. Wanneer je de zorg voor deze patiĆ«nten zou verdelen over meer centra verlies je de expertise”, aldus Peeters. Ze erkent dat concurrentie ervoor kan zorgen dat de zorg beter wordt. “Die concurrentie is er wat foetale chirurgie ook zeker, maar dan internationaal. We hebben nauwe banden met onder andere het Karolinska Instituut in Zweden en het Universiteitsziekenhuis in Leuven. Iedereen volgt elkaar nauwlettend en we houden elkaar op internationaal niveau scherp.”
Bron: LUMC
Geen opmerkingen:
Een reactie posten