
Rond de 90 procent van de eerstelijnsverloskundigen vindt verloskundigen, gynaecologen en arts-assistenten in de tweede lijn prettig in de omgang, maar wat samenwerking betreft scoren ze minder goed. De eerstelijnsverloskundigen zijn tevredener over de omgang met gynaecologen en arts-assistenten dan met eerstelijnsverloskundigen. Deze groep verloskundigen vinden bijvoorbeeld de omgang met tweedelijnsverloskundigen minder vaak constructief en leerzaam dan de omgang met gynaecologen en arts-assistenten. Andersom zijn de tweedelijnsverloskundigen ook minder tevreden over de omgang met hun eerstelijnscollega’s dan met de gynaecologen en arts-assistenten in hun eigen team. 60 procent van de verloskundigen noemt de samenwerking tussen de eerste en tweede lijn niet goed, 20 procent vindt bijvoorbeeld dat de overdracht van patiĆ«nten niet goed verloopt.
De SP concludeert in het rapport verder dat driekwart van de verloskundigen de verschuiving naar ziekenhuiszorg een slechte ontwikkeling vindt. Vooral de eerstelijnsverloskundigen vinden dat de regie meer bij de eerste lijn moet liggen. Ook vinden de verloskundigen dat concentratie van zorg ten koste gaat van de bereikbaarheid van een ziekenhuis en de keuze voor een thuisbevalling. De SP stelt dat de verloskundige zorg te grootschalig wordt en spreekt over bevalfabrieken en lopendebandverloskunde. Ook concludeert de SP dat de normpraktijk van eerstelijnsverloskundigen omlaag moet, dat er meer vormen van zorg vergoed moeten worden en dat er geen eigen bijdragen meer moeten zijn rond de geboorte. Ook vindt driekwart van de verloskundigen de marktwerking in de verloskunde een slecht idee, omdat dit leidt tot oneigenlijke concurrentie tussen de lijnen en tot onnodige diagnostiek.
Bron: Medisch Contact
Geen opmerkingen:
Een reactie posten