Drie jaar na de veelbesproken introductie van de HPV-vaccinatie lijken de risico’s op mogelijke milde bijwerkingen door de prik wat minder zwaar te tellen voor meisjes. Ook de kwestie of ze wel levenslang beschermd zijn tegen baarmoederhals-kanker lijkt minder een rol te spelen dan in 2009 bij de overweging om wel of niet te laten vaccineren. Dit blijkt uit een vergelijking van de resultaten van een keuze-experiment uitgevoerd in 2012 met die uit 2009 door het Erasmus MC in Rotterdam onder leiding van Robine Hofman. ‘De verschillen waren niet substantieel’, aldus de onderzoekers.
In de experimenten werd de meisjes gevraagd een afweging te maken van het belang van de mate van bescherming, de duur van de bescherming, de bijwerkingen en de beste leeftijd van vaccineren. Aan het jongste onderzoek deden 592 meisjes mee met 500 (85%) bruikbare enquêtes. De gemiddelde leeftijd was 12,9 jaar (sommigen waren al ingeënt, anderen niet), het opleidingsniveau vrij hoog.
Over het geheel genomen waren meisjes bereid 18% van de mate van bescherming in te leveren voor een vaccin dat 25 in plaats van 8 jaar zou werken, en 7% voor een 10% lagere kans op bijwerkingen. In 2009 was dat laatste nog 18%. Ook de leeftijd van vaccinatie, 9 of 12 jaar, werd niet meer zo belangrijk gevonden. 2 prikken werd algemeen verkozen boven 3. Opmerkelijk was, volgens de onderzoekers, dat een aantal meisjes liever 25 jaar bescherming dan levenslange bescherming had – misschien is ‘levenslang’ een te vaag begrip voor hen.
De onderzoekers verbinden aan hun resultaten het advies de vaccinatieleeftijd niet te verlagen en over te gaan op een schema van 2 in plaats van 3 vaccinaties – daar staan de meisjes ‘verre van onverschillig tegenover’, maar, voegen de onderzoekers eraan toe, ‘als dit schema wordt geïntroduceerd, vereist het adequate publiciteit.’
Bron: NTvG
Geen opmerkingen:
Een reactie posten