
Amelia Bailey en collega’s noteerden onder meer van alle patiĆ«nten de BMI en verdeelden ze in 3 groepen: 51 slanke vrouwen (BMI 18,7-24,9 kg/m2), 19 vrouwen met overgewicht (25-29,9 kg/m2) en 31 met obesitas (30 kg/m2).Uitkomstmaten waren klinische zwangerschap, de geboorte van een levend kind, miskramen en ovarieel hyperstimulatiesyndroom.
Per cyclus en per embryo-overdracht waren de kansen op een klinische zwangerschap aanzienlijk lager bij obese vrouwen, met oddsratio’s (OR’s) van respectievelijk 0,31 (95%-BI: 0,11-0,86) en 0,23 (95%-BI: 0,08-0,68). Als een zwangerschap eenmaal tot stand was gekomen, was het risico op miskramen bij obese vrouwen overigens niet verhoogd (3,3 vs. 4,4% bij slanke vrouwen). Opvallend genoeg hadden de vrouwen met overgewicht – de tussengroep – juist een duidelijk hogere kans op zwangerschap dan slanke vrouwen, al was het verschil niet statistisch significant.
Bailey en collega’s concluderen dat de grote verschillen tussen slanke en obese patiĆ«nten met PCOS er op wijzen dat de brede ‘Rotterdam-criteria’ voor PCOS verschillende populaties omvatten. Bij IVF-behandeling zou hiermee rekening moeten worden gehouden. Mogelijk kan aanpassing van de methode van ovulatie-inductie of dosering van gonadotropine aan de BMI de uitkomsten verbeteren.
Artikel: hier
Geen opmerkingen:
Een reactie posten