maandag 15 juli 2013

Laagrisicozwangerschap thuis beter af

Vrouwen met een laagrisicozwangerschap hebben bij een thuisbevalling minder vaak ernstige complicaties dan wanneer zij ervoor kiezen om in het ziekenhuis te bevallen. Dat schrijven Ank de Jonge (VUmc) en collega’s in BMJ. Omdat vrouwen vaak vanwege een gevoel van veiligheid kiezen voor een ziekenhuisbevalling, onderzochten de auteurs of dit gevoel ook klopt. Zij combineerden bevallingsgegevens (augustus 2004 tot augustus 2006) van de Stichting Perinatale Registratie Nederland met gegevens uit de ‘Landelijke studie naar etnische verschillen in maternale morbiditeit in Nederland’ (LEMMoN).

Uit dit gecombineerde cohort (2004 tot 2006) haalden de onderzoekers gegevens van 147.040 Nederlandse vrouwen met een laagrisicozwangerschap. Daaronder vallen alle eenlingzwangerschappen met de foetus in hoofdligging, waarbij de bevalling spontaan op gang komt tussen de 37 en 42 weken. Er mocht geen indicatie zijn om in de tweede lijn te bevallen, zoals een keizersnede in de voorgeschiedenis. De onderzoekers vergeleken de morbiditeit onder vrouwen die gepland hadden om thuis te bevallen met die onder vrouwen die voor een ziekenhuisbevalling kozen.

Uit de registraties bleek dat 63% graag thuis wilde bevallen, 37% koos voor het ziekenhuis. Bij 288 vrouwen was rond de bevalling sprake van ernstige maternale morbiditeit: omgerekend 1,5 per 1000 geplande thuisbevallingen en 2,7 per 1000 geplande ziekenhuisbevallingen. De vrouwen die thuis hun kind kregen, hadden minder ernstig bloedverlies en hoefden minder vaak manueel hun placenta te laten verwijderen. Deze verschillen waren onder alle vrouwen zichtbaar maar alleen statistisch significant in de groep vrouwen die al kinderen had.

Thuis bevallen levert in Nederland dus geen extra risico op voor vrouwen met een laagrisicozwangerschap. Belangrijk daarbij is wel dat verloskundigen in het Nederlandse systeem goed opgeleid zijn en dat verwijzingen en vervoer naar het ziekenhuis makkelijk verlopen, aldus de auteurs.

Bron: NTvG
Artikel: BMJ

Geen opmerkingen:

Een reactie posten