Zwangerschapsvergiftiging (pre-eclampsie) komt voor bij vijf tot zeven procent van alle zwangerschappen in Nederland. De zwangere vrouw krijgt dan een hoge bloeddruk en er komen eiwitten in haar urine terecht. In ernstige, zeldzame gevallen treedt vervolgens eclampsie op: door vochtophoping in de hersenen kan de patiƫnte zwangerschapsstuipen ontwikkelen. UMCG-promovendus Marjon Wiegman onderzocht in een diermodel hoe pre-eclampsie kan leiden tot eclampsie.
Ze stelt vast dat gedurende de zwangerschap de kleine hersenbloedvaten meer vocht doorlaten wanneer de bloeddruk stijgt. Door pre-eclampsie lijken de bloedvaten in de hersenen bovendien minder goed op hoge bloeddruk te kunnen reageren. Dit onderzoek vergroot het inzicht in de kwetsbaarheid van de hersenbloedvaten gedurende de zwangerschap. De inzichten kunnen wellicht helpen eclampsie en andere hersengerelateerde complicaties tijdens de zwangerschap beter te behandelen of zelfs te voorkomen.
Ook stelt Wiegman vast dat vrouwen die eclampsie hebben doorgemaakt rapporteren dat zij in het dagelijks leven meer beperkingen ervaren van hun gezichtsvermogen. Of dit te maken heeft met de hersenveranderingen die optreden na eclampsie, is nog onduidelijk. Het is overigens niet waarschijnlijk, stelt Wiegman, dat de hersenveranderingen na eclampsie rechtstreeks worden veroorzaakt door vochtophoping in de hersenen. Mogelijk speelt aanleg voor het krijgen van hart- en vaatziekten op latere leeftijd hierbij een grotere rol.
Marjon Wiegman (Groningen, 1985) studeerde Geneeskunde te Groningen. Ze verrichtte haar onderzoek aan de afdelingen Obstetrie & Gynaecologie en Medische Biologie van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) en de University of Vermont (Burlington, Verenigde Staten). Het onderzoek werd mede gefinancierd door de Junior Scientific Masterclass Groningen en de Jan Kornelis de Cock-stichting. Wiegman is inmiddels in opleiding tot dermatoloog in het UMCG.
Bron: RUG.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten